Studiofotografie instellingen: Haal het beste uit je fotoshoots
Introductie:
Studiofotografie biedt eindeloze mogelijkheden om bijzondere portretten te creëren. Je hebt immers zo goed als de volledige controle over het licht. Maar hoe haal je het beste uit je studiofotoshoots? Een belangrijk aspect is het beheersen van de juiste instellingen voor je camera en belichting. In deze blog deel ik enkele essentiële studiofotografie instellingen die je zullen helpen om toffe resultaten te behalen.
Diafragma:
Het diafragma bepaalt de scherptediepte in je foto's. Een groot diafragma (klein f-getal) resulteert in een beperkte scherptediepte, waarbij het onderwerp scherp is en de achtergrond onscherp. Een klein diafragma (groot f-getal) zorgt voor een grotere scherptediepte, waarbij zowel het onderwerp als de achtergrond scherp zijn.
Experimenteer met verschillende diafragma-instellingen om de gewenste focus en onscherpte in je foto's te bereiken. Ikzelf vind in de studio een standaard diafragma van F/8.0 fijn. Enige nadeel kan zijn dat de scherptediepte vrij groot is, en je de structuur (en soms oneffenheden) van het achtergrondpapier beter kan zien. Bij een lichte kleur papier zie je dat minder, zoals bij dit portret van Riam.
Riam, 2021.
Sluitertijd:
De sluitertijd bepaalt hoelang de sluiter van je camera open blijft. Korte sluitertijden (bijvoorbeeld 1/200 sec) bevriezen actie en voorkomen bewegingsonscherpte, ideaal voor het vastleggen van snelle bewegingen. Lange sluitertijden (bijvoorbeeld 1/10 sec) creëren vervaagde bewegingseffecten, zoals dans of actie. Pas de sluitertijd aan op basis van het gewenste effect.
In de studio - en eigenlijk ook portretten met daglicht - fotografeer ik standaard op 1/125 seconden. Dat is ruim voldoende om een stilstaand model te bevriezen op beeld.
Veerle, 2021.
ISO-waarde:
De ISO-waarde bepaalt de lichtgevoeligheid van de beeldsensor. Een lagere ISO-waarde (bijvoorbeeld ISO 100) zorgt over het algemeen voor betere beeldkwaliteit, maar vereist meer licht. Met studioflitsers
Een hogere ISO-waarde (bijvoorbeeld ISO 800) maakt de sensor gevoeliger voor licht, handig in situaties met weinig licht, maar kan ook ruis introduceren. Kies een geschikte ISO-waarde op basis van de verlichting die jij hebt en de gewenste beeldkwaliteit. Maar die twee zijn natuurlijk aan elkaar gelinkt. Hoe sterker je lichtbron, hoe lager je de ISO kunt zetten.
Ik stel mijn ISO waarde altijd zo laag mogelijk in. In het geval van mijn Fuji X-T3, is dat ISO 80.
Veerle, 2021.
Lichtbronnen en modifiers:
In de studiofotografie kun je verschillende lichtbronnen gebruiken, zoals studioflitsers, maar ook continue verlichting - dus lichtbronnen die continue blijven ‘branden’. Je kunt dan lichtvormers gebruiken, om de belichting te sturen en te beheersen. Experimenteer met de positie, intensiteit en richting van je lichtbronnen om de gewenste sfeer en belichting te creëren.
Gebruik lichtvormers / light modifiers, zoals paraplu's en softboxen, om het licht bijvoorbeeld zachter en gelijkmatiger te maken. Het vinden van de juiste balans tussen lichtbronnen en modifiers is cruciaal voor het creëren van de gewenste stijl en uitstraling in je foto's.
Octabox met grid
Conclusie:
Het beheersen van de juiste instellingen in studiofotografie is essentieel om unieke en bijzondere portretten te maken. Experimenteer met diafragma, sluitertijd en ISO-waarde om de scherptediepte, bewegingseffecten en belichting te beheersen.
Vergeet niet de positie en het gebruik van lichtbronnen en modifiers aan te passen om de gewenste sfeer te creëren. Met deze studiofotografie instellingen in je gereedschapskist, kun je nieuwe of andere stappen maken. Ga lekker dingen uitproberen, en verras jezelf met onverwachte beelden als resultaat! ;)
